VerhalenPraatje, plaatje, daadje.
On 27 augustus 2021 by Kitty@TiagoEen maand geleden zat ik lekker te werken in ons kantoor in de marina. Ja, we hebben (of hadden pre-lockdown) een heus kantoor tot onze beschikking waar we elke dag heel burgerlijk met ons lunchtrommeltje heen wandelen. We delen de ruimte met willekeurige andere zeilers die behoefte hebben aan internet, televisie, een rustige werkplek of een plek om hun kids te dumpen (die laatste vormt een slechte combi inderdaad). Het is ook eigenlijk geen kantoor, maar een ‘visitors lounge’, maar het functioneert bovengemiddeld goed als werkruimte, behalve op de momenten dus dat er een klasje kleuters rondbanjert.
Anyhoe, ik zat dus lekker te werken, terwijl drie gezinnen hun reisplannen aan het uitstippelen waren. Een jaar lang ‘de eilanden’ (zo noemen de Kiwi’s Fiji, Tonga en NewCal) was het plan en ze zouden die week vertrekken. Zenuwachtig maakten ze zich druk over het weer, hun veiligheidsuitrusting, hun zeilvaardigheden, de voorraden water, diesel en eten, de lespakketten voor de kinderen, de zeilen, de autopilot, de zonnepanelen, de accu’s, de medicijnen, de routes en navigatieapparatuur. Blij dat ik me met andere dingen bezig kon houden sloeg ik het tafereel vanuit mijn ooghoeken rustig gade.
Na een tijdje realiseerde ik me, dat ik de stress en de onzekerheid die zo normaal is als zeiler voor het eerst letterlijk vanaf een afstandje, maar ook figuurlijk met afstand kon bekijken. Met ons driejarig-zeiljubileum net achter de rug, voelde ik me tussen dit groepje zeilers voor het eerst een beetje de ervaren rot. Toen er vragen van de zenuwachtige zeilers mijn kant op kwamen, zocht ik tevergeefs naar goede antwoorden. Ik vond het moeilijk om de juiste woorden te vinden zonder die irritante betweter te zijn, zonder zogenaamd goedbedoelde geruststellende dooddoeners de wereld in te slingeren, om niet het hooghartige been-there-done-that-type te zijn. Want alles is zó subjectief, relatief en persoonlijk…
Inmiddels weet ik dat de grootste uitdaging voor óns niet te maken heeft met het weer, veiligheidsuitrusting, zeilvaardigheden, de voorraden water, diesel en eten, de zeilen, de autopilot, de zonnepanelen, de accu’s, de medicijnen, de routes of de navigatieapparatuur. Ook al zorgden die soms voor hoofdbrekens. En met het zeilen kwam het bij ons ook vrij snel goed, hoewel het echt volledig ontspannen gevoel op een ruige zee pas na een iets langer tijdje kwam (lees: na drie jaar, op de 19-daagse oversteek van Huahine naar Nieuw-Zeeland).
Dat we het zeilen en alles wat daarbij komt kijken (en mis kan gaan) nu anders ervaren, ondergaan en aanpakken dan drie jaar geleden, dat is waar, maar of anders ook beter is? En ik weet niet of het gevoel van ontspanning tijdens de laatste oversteek te maken heeft met ervaring in tijd, het aantal mijlen, het aantal keer in spannende condities, het aantal keer dat alles makkelijk ging, het aantal keer dat alles moeilijk leek te gaan, met gewenning, of met toeval. Dus of onze ervaringen daarmee waardevol voor anderen zijn geworden? Voor onszelf was het vooral waardevol om het zelf uit te vinden, op onze manier. Dus ja, wat zeg je dan, als mensen vragen hoe het is, en of ik tips heb? Iets van bovenstaande dus: subjectiviteit. En dat je vooral niet te veel moet varen op andermans ervaringen, tips en adviezen 🙂
Wat jullie aan dit verhaal hebben? Niks. Maar daar ben ik ook niet voor. Wat misschien wel leutig is, is dat de vragen van het groepje zeilers er ook voor zorgde dat we voor onszelf ook wel eens duidelijkheid wilde hebben over wat wij nou eigenlijk gepresteerd en ervaren hebben de afgelopen drie jaar. Dus, speciaal voor de nerds onder ons (hoi!), zijn we wat cijfers onder elkaar gaan zetten. Best aardig, om dat eens op een rijtje te zien. Verrassend. En teleurstellend ook op sommige punten. Het zijn keiharde, niet te betwisten cijfers uiteraard. Bedoeld om jullie uiterst objectieve input te geven op basis waarvan jullie je beeld van ons zeilend bestaan verder kunnen vormen. Ik ben heel erg benieuwd of jullie vinden dat er enige aanleiding tot a)vreugde, b)verwarring, c)verwondering, d)anders is geweest. En OK ik heb niet alleen droge data opgesomd, dus ik beïnvloed jullie ‘oeh’- en ‘aah’-uitroepen daarmee misschien een beetje :), maar ja, als je wil weten hoe het zeilende bestaan echt is, moet je vooral dus niet op ons varen en lekker zelf de trossen losgooien.
.
- Aantal nautische mijlen afgelegd: 21.336 NM (=39.514 kilometer), op 560 kilometer na de omtrek van de aarde.
- Aantal keer de evenaar overgestoken: 1, tijdens de oversteek van Panama naar Gambier.
- Aantal oceanen bevaren: 2, de Atlantische Oceaan en de Stille Oceaan.
- Aantal zeeën bevaren: 2, de Noordzee en de Caribische zee.
- Aantal dagen onderweg: 1.149 dagen (op 27 aug)
- Aantal nachten dat we niet samen in één bed sliepen wegens een oversteek, danwel te klein, te warm, te hobbelig: 164 keer.
- Aantal nachten dat we wél samen in een bed sliepen en we dat niet te klein of te warm vonden: 321 keer.
- Aantal zonsondergangen en zonsopkomsten zeilend op zee: 115, opvallend weinig eigenlijk.
- Langste oversteek: 35 dagen, 4.200NM (=7.778km), van Panama naar Gambier
- Langste aaneensluitend verblijf op d’n Tiago: 49 dagen. Namelijk 35 dagen op zee van Panama naar Gambier + 14 dagen quarantaine op Gambier.
- Aantal m2 in de boot waar Laurens rechtop kan staan: bijna 1.
- Grootste etmaalafstand zeilend: 175NM (=324 km), op de oversteek van Kaapverdië naar Suriname, voortsleurend op de gennaker.
- Kleinste etmaalafstand zeilend: 65nm, op de oversteek van Panama naar Gambier, voortsukkelend op de gennaker.
- Gemiddelde afgelegde afstand per dag in drie jaar tijd: 18,5 NM. Schiet lekker op zo 🙂
- Hoogste bootsnelheid, ontspannen en gecontroleerd: 8,9 knopen (een knoop is een mijl per uur), harde wind, gereefde zeilen, onderweg naar Cuba.
- Hoogste bootsnelheid, in lichte paniek: 10,5 knoop, verrast door een bui met vol tuig in Frans-Polynesië.
- Aantal keer dat we niet gingen zwemmen wegens haaien: iedere avond in Frans-Polynesië.
- Aantal keer dat we wel gingen zwemmen ondanks haaien: iedere dag in Frans-Polynesië.
- Aantal aanvaringen op open zee: 2: 1x slapende walvis onderweg naar Kaapverdië, 1x UFO (unidentified floating object) paar dagen na vertrek uit Panama.
- Diepste water waarin we gezeild hebben: 10.703 meter, over de Tonga Trench in de Stille Oceaan.
- Diepste water waarin we een rondje rond de boot gezwommen hebben: 4.112 meter, tijdens de overtocht naar Nieuw-Zeeland. Vissenangst speelt dan wel op.
- Hoogste golven waar Tiago’ke tegen op moest klimmen/ onder zich door heeft laten glijden: 6 meter (19 voet 8 inch voor wie dit in zwart wit leest), tijdens de Atlantische oversteek en tijdens de overtocht naar Nieuw-Zeeland.
- Hardste constante wind, zeilend: 35 knopen (8 beaufort, stormachtige wind), 72 uur onderweg naar Cuba, 48 uur onderweg naar Panama en 36 uur onderweg naar Nieuw-Zeeland.
- Hardste windvlaag, zeilend: 45 knopen (9 beaufort, storm), onderweg naar Cuba, Panama, Frans-Polynesië en Nieuw-Zeeland.
- Hardste constante wind, voor anker: 45 knopen, in de Gambier.
- Hardste windvlaag, voor anker: 63 knopen (11 beaufort, zeer zware storm), in de Gambier.
- Aantal keer zeeziek: Laurens: 2 (9 braakjes), Golf van Biskaje en tussen de Canarische Eilanden. Kitty: 1 (1 braakje) onderweg naar Panama. De gele brokkeltjestrui is dus voor Laurens.
- Aantal landen waar we het anker hebben uitgegooid: 21.
- Aantal meter ankerketting wat Laurens met de hand heeft opgedraaid: 6.214.
- Hoeveelheid respect dat Laurens daardoor gekweekt heeft bij medezeilers: oneindig.
- Aantal extra spierballen dat Laurens daardoor gekweekt heeft bij zichzelf: bijna 1.
.
.
Omdat we nu toch zo lekker aan het terugblikken zijn, een bonusnummer! Met onderstaand een (nogal uitgebreide) fotoreeks van het jaar in Frans-Polynesië. Even wat achterstallig ogen uitsteken inhalen :). Nu ook jullie weer hebben kunnen genieten van mooi weer, terrasjes en stranddagen kunnen jullie dat wel aan lijkt me… Je kunt gewoon lekker plaatjes kijken, maar bij elk plaatje hoort ook een praatje, dus klik ook even op de foto’s voor het bijbehorende verhaal.
.
.

Nog onderweg naar Gambier, Frans-Polynesie. Mooie luchten. We varen bijna twee weken in licht weer met de gennaker.

Na 35 dagen op zee de eerste aanblikken van Mangareva, het grootste eiland van de Gambier-archipel.

Laurens slaapt nog. Zal ik m wakker maken voor het traditionele ‘LAND IN ZICHT!!!!’?

Naast dat we het land zien, ruiken we het ook. De geur van bomen en aarde is overweldigend na een dikke maand zilte zee.

Blij, blij, blij. We worden verwelkomd in Gambier. Dat we nog 14 dagen in quarantaine moeten is zuur, maar ach, die kunnen er nog wel bij nu we toch al 35 dagen in een zeer zelfverkozen zelfisolatie hadden doorgebracht (plus nog een paar dagen extra voor de oversteek om uit te sluiten dat we ziek zouden worden tijdens de oversteek).

Tja, en wat doe je dan tijdens 14 dagen quarantaine, behalve heeeeeel veel slapen: scrabbelen. Matig leuk als je het niet in een kroeg speelt met bitterballen, bier en kerstcadeautjes (lees: als het niet in Tilt is)

Tijdens de quarantaine mogen we in Gambier (in tegenstelling tot sommige andere Frans-Polynesische archipellen) in ieder geval wel zwemmen. De spinnakerboom werkt prima als speeltoestel.

We mogen aan land! Onze eerste wandeling na wekenlang nauwelijks bewogen te hebben doet pijn aan spieren en gewrichten. Maar het is het meer dan waard.

Hier zijn we dus: de Gambier. Een kleine archipel (30km2) waar 11 vulkanische eilandjes beschut binnen een diamantvormig rif liggen met op dat rif nog eens tientallen koraaleilandjes.

Binnen het rif liggen duizenden boeien van de parelkwekerijen. De beste zwarte parels uit Frans-Polynesië komen hier vandaan.

Een van de parelkwekerijen. Door COVID ligt de kweek stil. De Chinezen die normaal gesproken het precisiewerk doen zijn er nu logischerwijs niet.

Wandeling 2 is al wat uitdagender. Conditie is beneden alle peil, dus ik sleur me de berg op voor een uitzicht over de zuidkant van de archipel.

De ankerplaats in Rikitea op Mangareva ligt vol. Iedereen is naar het hoofdeiland gekomen in afwachting van het bevoorradingsschip. Wat eens per vijf weken langs komt.

Het bevoorradingsschip komt een keer in de vijf weken. Vaten diesel worden gedeeld onder de zeilers. Rijen vormen zich bij de kleine winkeltjes om kaas, boter en verse groente te bemachtigen.

Onze standaard wandeluitrusting. Twee rugzakken om fruit te verzamelen, en niet te vergeten een machete om het fruit te slachten.

Fruit hangt te hoog? Geen probleem! Laurens past deze simpele truc toe: lange stok met een mes aan het eind. Afgekeken van een meneer in de Carieb, op St. Vincent. Werkt overal en altijd.

Zelfs op hellingen als deze vinden we vruchten. Hele kleine bosframbozen.

En deze, bospassievruchten. Zo hard als een pingpongbal, maar als je ze eenmaal open hebt weten te krijgen zitten ze vol zoetzuur vruchtvlees.

We wandelen elke dag over de zanderige wegen. Er wonen zo’n 1000 mensen in de archipel, waarvan ca. 950 op Mangareva. Het eiland is zo groen en open dat het zelfs moeilijk te geloven is dat hier zo veel mensen wonen.

Ook de kokosnoten op Taravai moeten worden gekeurd.

De Franse missionarissen kwamen 1834 in Gambier. De Fransen en het christendom verdreven een groot deel van de oorspronkelijke bewoners, rituelen en taal.

Voor Gaston, een van de weinige bewoners van het eiland Taravai, is het jagen op geiten een belangrijke manier om in het levensonderhoud van zijn gezin te voorzien.

In een van de vele ankerplekje in Gambier. Sommigen met de geur van naaldbomen, zoals hier.

De 11 vulkanische eilandjes van Gambier liggen beschut binnen een diamantvormig rif met op dat rif nog eens tientallen koraaleilandjes of motu’s.

Klaar om te gaan snorkelen met Andreas bij de ‘sharkpit’, bij een van de motu’s op het rif. Vandaag geen succes vanwege de sterke stroming. Maar de volgende dag is fantastisch. We zwemmen door grote groepen kwallen, die als sneeuwvlokken voor je ogen dansen. De tropische vissen zijn supersized en het koraal is kleurrijk en gezond. Betoverend. En dan de sharkpit! Een groep van ca. 20 grijze rifhaaien en daarnaast nog een stuk of want blacktip-rifhaaien zwemmen onder, naast, boven ons.

Goed gezelschap, ook zonder de haaien.

Voor anker voor een van de vele koraaleilandjes op het rif. Er is hier niets, behalve, een of meerdere palmbomen. Three-palm island is na wat harde wind zomaar ineens two-palm island geworden (en kan volgend jaar four-palm island genoemd worden omdat er in de tussentijd een aangespoede kokosnoot is uitgegroeid tot boom).

De Zweedse Andreas en Cecilia van Hakuna Matata worden in rap tempo goede vrienden.

We hoppen van het ene naar het andere mini-eilandje. In 238 stappen ben je rond gelopen. Op deze motu dan.

We brengen onze dagen door met slechte grappen, goede gesprekken, bbq’s, snorkelen en kijken hoe heremietkreeften van schelp wisselen.

We delen ons eten met elkaar en met de heremietkreeften. Heremietkreeften hebben prachtige schelpen als huis. En ze zijn niet zo maar over te halen om te verhuizen naar een schelp die in onze ogen beter is. De kreeftencriteria voor schelpen als woning hebben we niet kunnen ontdekken.

Gambier ligt op 23 graden zuid. Het weer is dus niet zo stabiel tropisch. In juni komt er een zware depressie over. De dag begint ‘rustig’ (hier op de foto) met 35 knopen wind. ’s avonds loopt de windsnelheid op tot 55 knopen (windje 10-11) met windstoten van 65 knopen (orkaankracht). Onze dinghy, die we niet op tijd binnen hadden gehaald en inmiddels waanzin om het nog te proberen in deze condities, vliegt als een vlieger achter de boot. Ankers breken bij twee boten los, maar alles gaat wonderwel goed. Als de wind na een nogal ruig uur weer afneemt naar een stabiele 45 knopen (dik windkracht 9) gaan we opgelucht slapen, het is immers lekker rustig nu.

Chloe, ons Frans vriendinnetje, is jarig. Ze draait van niets een feestelijke lunch in elkaar.

Het is juni. Het weer in Gambier wordt steeds stromachtiger. De temperatuur van het zeewater is in een paar weken 10 graden gedaald. Tijd om te vertrekken naar een plek waar we alle dagen zonder t-shirt kunnen vertoeven.

Kitty doet een dutje onderweg vanaf Gambier naar Fatu Hiva, een van de Markies-eilanden. De boot ligt vol met pompoenen en pompelmoezen uit Gambier. In 6 dagen spurten we noordwaarts.

Dit plaatje geeft mooi de ontwikkeling van de vulkanische eilanden in Frans-Polynesie weer. De Markiezen zijn nog relatief jong en bevinden zich in fase 1. De Gambier-archipel en de Genootschapseilanden zitten in fase 2; de vulkanische eilanden zijn al deels weggezonken en er is om de eilanden een ringvormig rif ontstaan met daarop kleine eilandjes van koraalzand (motu’s). De Tuamotu’s zitten in fase 3; de vulkaan is volledig weggezonken en alleen het rifvormige koraalrif met daarop de motu of motu’s is nog aanwezig (en het rif blijft dus van onderaf ‘aangroeien’)

Aankomst Fatu Hiva na 6 dagen op zee. In bijna alle zeilverhalen die we lezen, is dit de eerste plek die zeilers na meer dan een maand op zee emotioneel bereiken. Bijzonder, ook voor ons.

De Markiezen (Te Henua ‘Enana) is de jongste eilandengroep van Frans-Polynesië. Het vulkanisch gesteente is hier nog scherp, puntig en erg indrukwekkend.

Het zien van land blijft een van de beste momenten na een oversteek, hoe kort die ook is..

De Maagdenbaai op Fatu Hiva. Duizend foto’s zouden niet kunnen vastleggen hoe het is om hier te zijn.

De Maagdenbaai. De oorspronkelijke naam was ‘Baie des Verges’ in’t Frans, wat letterlijk ‘Baai van de Penissen’ betekent. De missionarissen zetten er een ‘i’ bij: ‘Baie des Vierges’, dus ‘Maagdenbaai’.

Waar o waar zou de naam toch vandaan komen?

Van alle plekken op aarde hadden we niet verwacht dat we deze giganten in de Maagdenbaai zouden aantreffen. Een week lang kwamen er elke dag een stuk of zes mantaroggen de baai in om te eten. De grootste was groter dan onze dinghy, zo’n 3,5 meter. Elegant zweefden ze rond de boot. Twee keer zijn we in het water gesprongen om met ze mee te zwemmen. Fantastisch!

De kade van het dorp Hanavave op Fatu Hiva. Hangplek voor jongeren (ook hier worden tiktok-dansjes gedaan).

Op zondag bezoeken we de kerk van Hanavave, waar de mis wordt gekenmerkt door prachtig Polynesische liederen en fijne ukelele-geluidjes.

Water halen bij de kade van de Maagdenbaai. Op de voorgrond een Tiki. ‘Maar jullie hebben toch een watermaker?” Kannen vullen gaat sneller.

Het dorpje Hanavave ligt aan een van de vele riviertjes op Fatu Hiva. De kippen, varkens en paarden scharrelen rustig rond in de tuinen.

De valleien in Fatu Hiva staan vol met kokospalmen, aangevoerd door de zee en steeds verder landinwaarts gebracht.

Steile bergen en kokospalmen.

Ook hier gaan we weer op jacht naar fruit. En met een aantal bewoners van Hanavave ruilen we parfum voor fruit.

Terug van een ‘fruitrun’.

Onze conditie en spieren worden lekker op de proef gesteld door de steile berghellingen. Een stukje over makkelijk asfalt is best fijn voor de afwisseling.

Na een dikke week Fatu Hiva vertrekken we weer. We hebben ontdekkingsdrang. Een laatste aanblik op de Maagdenbaai en op naar het volgende eiland, Tahuata.

Wandelen op Tahuata. Mooi beschilderde va’a (traditionele kano) hier.

Begraafplaatsen blijf ik fascinerend vinden. We hebben de meest vreemde dingen gezien in de landen waar we geweest zijn. Dat er überhaubt een begraafplaats is, is niet overal in Frans-Polynesië gebruikelijk. Op de Genootschapseilanden (verderop in de foto’s) worden overledenen veelal in de eigen tuin begraven. Gezellig bij hun familieleden.

Kerkje op Tahuata. Met gezegende Defender er naast. Zou die minder olie nodig hebben?

Varkens staan vast met korte stukjes aan elkaar geknoopte touwen. Stukjes waar zelfs de gemiddelde McGyver-zeiler niets meer mee kan en ze daarom heel hoffelijk doneert. Soms is de zeiler echt gul geweest en zien we varkens aan kostbare rvs-harpen of rvs-shackles geketend. Tja.

Elk eiland in de Markiezen heeft haar eigen specialiteit . Op Tahuata is dat ‘bonecarving’. Deze indrukwekkende man (hallo vette polynesische tatoeages!) is net bezig om de tand van een potvis te graveren, maar vertelt ons graag meer over zijn leven(swerk).. De betekenis van zijn tatoeages, die houdt hij graag voor zichzelf.

Knap staaltje vakmanschap. No potvissen were harmed during the taking of this picture.

Trots op zijn ambacht. Terecht.

Deze tiki beschermt de kunstenaar en zijn familie.

We blijven maar een paar dagen op Tahuata; Laurens is bijna jarig en wil graag bij vrienden zijn (die toevallig allemaal op Nuku Hiva zijn). Hiva Oa slaan we dus over; op naar Nuku Hiva!

Weer prachtige pieken op Nuku Hiva.

Overal Tiki’s. In de polynesische cultuur is Tiki de eerste man, de vader van alle mensen. De beelden (Tiki of Ti’i genoemd) staan vaak op de grens van heilige of belangrijke plaatsen.

De grootste Tiki van Frans-Polynesie staat op Nuku Hiva. Wel de grootste, niet de mooiste..

Hinano biertjes zjin een verademing na het smerige (goedkope) Atlas bier uit Panama. Mijn favoriet: deze blauwe flesjes. Omdat het een mooi flesje is. En het wit-bier wat er in zit is ook erg lekker.

Ankerplaats in Nuku Hiva.

Een dagje met een huurauto op Nuku Hiva brengt ons naar de mooiste uitzichtpunten.

In heel Frans-Polynesië vind je watertappunten met heerlijk helder drinkwater. Ook de lokale bevolking komt hier heen om jerrycans en literflessen te vullen.

UItzicht en een tiki op Nuku Hiva

VOL op de rem als we een avocadoboom zien. Sinds de Gambier zijn we gespitst op fruit en groente dat er om vraagt om geplukt te worden.

Nog maar weer een mooi uitzicht op Nuku Hiva

Mega Banyan Tree op de eens grootste nederzetting van Nuku Hiva, Tohua Kamuihei. Onder de boom zit een ruimte waarin (menselijke) offers werden geplaatst.

Vulkanische pieken op Nuku Hiva

Samen met Arianne en Michiel van de Joy zijn we een paar dagen in de Anaho-baai, aan de noordzijde van Nuku Hiva. En gewandeld moet er natuurlijk worden.

Mooie wandeling vanaf Anaho-baai naar Hatihu’e-baai.

In de idyllische Anaho-baai woont een handjevol mensen. Een van Kitty’s favoriete plekjes. Zo relaxed en mooi. Er is geen (auto)weg naar het dorp. Vervoer per voet of te paard.

Een handjevol bewoners én een stuk of twintig zeilboten in de Anaho-baai.

Blik op Anaho-baai terwijl we, voor verse groente, wandelen naar een boerderij in een baaitje verderop, Ha’ataiva’a-baai

Ha’ataiva’a-baai is prachtig, als je al het aangespelde afval wegdenkt.

Laurens overdenkt zijn zonden in een aangespoelde plastic stoel.

Suf dat zelfs de schedels van wilde geiten, die levend dus vrolijk rondspringen op de steile pieken in de Markiezen, een mooi plaatje geven.

Boerderij met verse groente en fruit gevonden! Feestmaal 🙂

Mooie ondergangen zagen we belachelijk veel in Frans-Polynesië. Ik denk dat deze in Anaho was, maar wat maakt het ook uit. Het is mooi.

Na een paar weken Nuku Hiva trekken we verder naar Ua Pou. Dat de boot als een dolle ligt te rollen in de baai van Hakahetau, en wij daardoor nauwelijks slapen, maakt ons niks uit. We hebben het graag over voor dit uitzicht.

Op Ua Pou is van de boot zijn een stuk comfortabeler. Het dorpje Hakahetau is onwijs schattig. En de pieken op de achtergrond nogal indrukwekkend.

Ua Pou dus. Ga dat zien mensen.

De paarden staan vrij te grazen in Hakahetau.

Ergens in de bergen op het eiland woont een Duitse man die chocolade maakt. Goede reden voor een fijne wandeling. Onderweg houden we ons in om onze rugzakken niet al meteen vol te stoppen met fruit dat we tegenkomen. Bewaren voor de terugweg.

Achter deze deur maakt de schokomann zijn lekkere chocolade.

Manfred de Schokomann. Bijzondere man. We zoeken hem na dit bezoekje nog een keer op en hij neemt ons een paar dagen later mee naar het hoofddorp van het eilend, Hakahau, zodat we even boodschappen kunnen doen.

Terwijl we terug wandelen lessen we onze dorst met een zelfgevangen en zelfgeslachte kokosnoot. De oplettende lezer weet dat we een dagdeel eerder onze dorst hadden kunnen lessen als Laurens aan het juiste eind van de kokosnoot had staan hakken.

We maken op Ua Pou een wandeling van 6 uur over de bergkammen richting de vulkanische pieken.

Nog een klein stukje. Het uitzicht is voortdurend adembenemend. En de steile klims ook.

Plaatje toch.

Even een korte (adem)pauze

Lekker zelfgebakken bammetje tijdens de wandeling.

Ua Pou – klauteren naar de machtige pieken

Check! We hebben het gehaald: ruim 600 meter boven zeeniveau.

De weg naar beneden is zeker zo mooi. En we komen weer langs Manfred, voor een een stukje welverdiende chocolade.

Ua Pou – Als je je shirt aanpast op de kleur van de bloemen dan wit ’t wel

Ua Pou. Ons favoriete eiland van de Markiezen?

We hoppen een paar baaitjes verder langs de westkust van Ua Pou en wandelen langs de kustlijn.

Ka’Oha betekent ‘hallo’ op de Markiezen.

Aan de westkust van Ua Pou vinden we een klein baaitje (Hakaotu) met maarliefst nul andere zeilboten. We liggen er een heerlijke week alleen. In het baaitje komt om de paar dagen een lokaal stel om te vissen, maar wonen doen ze er niet (meer). Het huisje staat er nog wel.

Na een paar dagen komen onze lieve vriendjes Andrew en Carolyn van de Askari, Holly van de Gecko en Jarne van de Pallieter spontaan binnenzeilen. Gezelligheid.

De Hakaotu-baai wordt door ons al snel omgedoopt naar ‘Catbay’, vernoemd naar de enige vaste bewoner van de baai.

Catbay op Ua Pou

Het wordt gezellig druk in de baai. Ook Grace en Sineto komen binnen. Voor ons bijna tijd om te vertrekken.

We varen vanaf de Markiezen in een paar dagen naar de Tuamotu’s. Laurens gooit weer eens een hengeltje uit en heeft beet. Hengeltje heeft het er zwaar mee.

10,5 kilo geelvin-tonijn aan de haak. Een dag voor aankomst op Kauehi. Perfect. Maar een beetje groot voor zn twee. Als we horen dat Andrew en Carolyn onverwachts op Kauehi zijn aangekomen, melden we dat ze maar plaats vrij moeten maken in de vriezer.

Net voordat we de pas van Kauehi binnen varen springen er op 100 meter achter onze boot twee walvissen uit het water.

De Tuamotu’s worden ook wel the Dangerous Archipelago genoemd. De atollen zijn vlak en nauwelijks zichtbaar als je op zee bent. Navigeren was, voor de komst van GPS, hier een drama, zeker ’s nachts of met slecht weer. Nog steeds zijn er atollen die niet helemaal goed zijn ingetekend op kaarten. Om de atollen binnen te komen moeten we door een smalle pas in het rif. Het tij zorgt voor sterke stroming in de pas, in sommige tot 10 knopen. Een kwestie van timen dus om de pas door te komen, tijdens ‘slack-tide’. Hier waren we iets te vroeg, maar de 3,5 knoop tegenstroom was te doen. Tiagogogo!

De geelvintonijn is bij Carolyn in goede handen. Askari is net een tandje sjieker dan de Tiago. Met echt servies enzo. En een vriezer. Carolyn bereidt een fantastische tonijntartaar voor ons viertjes. Oh. My. God.

Op Ua Pou kon ik maar niet stoppen met citroenen plukken. Laurens keek me meewarig aan. De laatste citroenen worden nu op Kauehi ingezet voor een lemon curd (met cake natuurlijk) en voor rumcocktails.

De rest van de week bedenken we steeds nieuwe gerechten met tonijn. Vanavond bbq.

Zonsondergang, biertje, sissend tonijntje op de bbq, lieve vrienden; het ultieme stille zuidzee moment.

Twee bootjes in een atol in de Stille Zuidzee.

Een luie dag op Kauehi. We zijn na het vertrek van Andrew en Carolyn weer de enige boot. Het strand en het uitzicht in helemaal van ons.

Het prachtige Kauehi.

Kauehi

Kauehi

Kauehi

Het rif van Kauehi met daarop de motu’s. We liggen heerlijk rustig binnen het rif, terwijl aan de andere kant van het rif de golven breken. Het enige waar we binnen het atol op moeten letten zijn de koraalbommetjes. Die staan niet op de kaart, dus dat betekent 1 iemand op de punt om aanwijzigingen te geven hoe tussen de bommetje door te zigzaggen. Ze geven namelijk niet echt lekker mee. Het water is helder, maar het is soms lastig om in te schatten hoe diep zo’n koraalbommetje ligt.

Voor anker in een zwembad.

Aankomst Fakarava. We blaffen het atol voorbij op de gennaker. Incentive, die al binnen ligt, roept ons op. “We zien ineens een mooi bootje voorbij scheuren…”

Om de pas binnen te varen doeken we de gennaker maar even op.

Fakarava is het op een na grootste atol van de Tuamotu’s. Het atol is zo groot als het IJsselmeer. Een stuk groter dan de hele Gambier-archipel. Met meer voorzieningen ook en met toeristeninfrastructuur.

Weer voorzieiningen betekent ook dingen regelen. Verzekeringen die je wel dekking bieden bij een pandemie bijvoorbeeld.

Mooi kerkje op Fakarava, met kroonluchters van schelpen

Aan de zuidzijde van Fakarava bbqen we met de zeilers die er liggen. We vlechten manden om de vis in te bereiden en te serveren.

Fakarava

Een dagje snorkelen bij de zuidpas met Holly, Jarne, Asher en Dani. Heel feestelijk ondanks de regen.

Een Napoleonvis. Ze kunnen tot 2,7 meter groot worden. Dit is een kleintje van maar een centimeter op 90. Bulky toch.

Laurens op de terugweg van een bezoekje aan de haaien op de bodem in de pas.

Deze grijze gasten dus

Mooie bloemtjes. De eilandbewoners dragen de ‘Tiara’ achter het oor. Vrouwen en mannen. Links als je ‘bezet’ bent, rechts als je vrijgezel bent.

Berber van Zouterik is jarig. De verjaardagsvisite trekt alles uit de kast om een cadeautje te verzinnen. Favoriet: de tandenborstel van Joy 🙂 Handgemaakte verjaardagsbloemenkroon van Kitty

Zonsondergang in Fakarava

Op zoek naar parels…

De watermaker is sinds Kauehi stuk en we zijn ongedurig geworden. Willen weer actie. Tijd om te verkassen naar Tahiti, het hoofdeiland van de Genootschapseilanden.

Als we de pas bij Papeete binnenvaren worden we weer eens welkom geheten door een groepje dolfijnen. Altijd gezellig.

De marina midden in hoofdstad Papeete. We liggen op een rollerige maar super mooie en rustige plek aan de laatste steiger. Naast ons het park.

Aan de overkant worden de vrachtschepen gelost. Fijn om weer in een levendige omgeving te zijn.

Muziek waar je blij van wordt. Ukelele’s!

De markt in Papeete. Mondkapjes ja, afstand houden, ehm, nee.

We liggen in Papeete naast het park. Een goede plek voor een potje Kubb met Thomas en Ruby.

Mini-Gambier-reunie bij de Roulottes (foodtrucks) in Papeete met Niels en Linette van Stormalong, Floris en Ivar van Lucipara2 en Michel en Chloe van Le Colibri.

Aaaaaah, een kroeg. Bier drinken met Michiel.

Met Chloe en Michel huren we een auto om Tahiti te verkennen. Watervallen, mooie zwarte stranden, hoge pieken, bochtige weggetjes.

Soms weet je het vanaf de eerste dag, dit zouden wel eens goede vrienden kunnen worden. En je weet ook dat er een punt komt dat je weer afscheid moet nemen. Waar en wanneer we elkaar weer zien?

Nadat we tot de conclusie komen dat we nog wel een tijdje in Frans-Polynesië moeten doorbrengen, besluiten we dat we weer gaan werken. Plannen worden gesmeed en uitgevoerd. Fotoshoots van de trainer horen daar bij.

Met Tjaart, Mariska, Linde en Berber van de Zouterik in het park

Sinds vertrek ligt er een ukelele aan boord van Tiago. Laurens vermaakt ons tijdens het tochtje naar Mo’orea.

Mo’orea. Als we aankomen in Cooks-baai liggen er maarliefst vijf andere Nederlandse boten. Gezellig, maar we worden er na een paar dagen ook een beetje kriegelig van. Daar kwamen we toch niet voor?

Mooie plaatjes op Mo’orea.

Het regendoek dat we in Papeete hebben gemaakt komt met het aankomende regenseizoen goed van pas. Nu vooral heel lekker om de zon nog wat meer uit de kuip te houden.

Brainstorm in onze floffice, toffice of de boffice.

Uitzicht op Opunohu-baai vanaf ‘de drie dennen’.

Klaar om (begeleid door een marinebioloog) met walvissen te zwemmen. Samen met Andrew en Carolyn van Askari en Sanne en Rik van Incentive.

In een snel bootje speuren we de walvissen op. Als de marinebioloog het verantwoord vind voor ons en vooral voor de walvissen, mogen we in het water. Op tweehonderd meter van de walvissen gaan we het water in en zwemmen naar ze toe.

Vier keer zwemmen we samen met moederwalvis en kalf. Ze komen elke keer wat dichterbij.

Het kalf (6 meter) is nieuwsgierig en mag van moeder alleen op ontdekking uit. Ze komt met ons spelen. Ze maakt de mooiste buitelingen onder en voor ons en zwemt – ons met haar grote ogen aankijkend – vlak langs ons. We moeten ons best doen om niet door haar flippers of staart te worden geraakt.

Ananassen zijn een belangrijke bron van inkomsten voor Mo’orea.

Een gesprek met een ananasboer leert ons dat het verdomd hard werken is om een beetje te kunnen leven van ananasproductie. We voelen ons een beetje schuldig dat we er de dag ervoor stiekem eentje afgesneden hebben.

Elke wandeling op Mo’orea is prachtig. De puntige pieken steeds op de achtergrond.

Mooie zonsondergang op Mo’orea. Joy weet ons te vertellen dat deze zonsondergang zeilend op zee echt heeeeel indrukwekkend was. Wij moeten het hier mee doen.

Bora Bora ziet er vanaf een afstandje mooi uit. De recensies lopen nogal uiteen. Van Boring-Boring tot de meest romantische bestemming in de Stille Zuidzee. We varen er maar heen om het zelf te ervaren.

Bora Bora is een geliefde huwelijksreisbestemming. Toch lullig als het net die week de hele week grijs en grauw is. Voor ons ook jammer, maar wij betalen er geen 700 euro per nacht voor.

Bellen met familie terwijl we op een van de weinige mooie dagen op Bora Bora een rondje varen.

Na een week met voornamelijk regen hebben wij het wel gezien op Bora Bora. We varen naar Taha’a. Hopelijk is het weer daar beter.

Onderweg stort de ene na de andere bui zich over ons uit.

Na een pittig tochtje van Bora Bora naar Taha’a (een paar onverwacht snel opduikende buien), komen we als verzopen katjes rillend in onze zeiljassen aan op Taha’a. Fijn gevoel van herkenning bij dit (typisch Frans-Polynesische) kerkje.

We gaan voor anker bij de coral gardens en zijn op slag gelukkig. Zon, uitzicht en WiFi.

Zonsondergang op de ankerplek bij de coral garden op Taha’a.

Aan de overkant van de ankerplaats bezoeken we (voor het eerst…, hoe is het mogelijk) een parelkwekerij. Heel schattig klein. Met een lieve mevrouw. En mooie parels.

Uitzicht vanaf de parelkwekerij. Op de achtergrond Bora Bora.

Rum stoken doen ze ook op Taha’a. En daar willen wij wel van proeven. Terwijl Laurens mijn glaasje probeert af te pakken (ok, het was andersom), zijn een paar lokale bouwvakkers ook aan het proeven (al een tijdje vermoedelijk). Ze nodigen ons uit voor een biertje. Leunend op de achterbak van hun pickup drinken we een Hinano en worden er slechte grappen gemaakt. Of we zin hebben om vanavond met ze mee te gaan naar een feestje? Waarom ook niet?

We worden een uurtje later opgehaald en meegenomen voor een soort kroegentocht over het eiland. In het huis van de baas verzamelt iedereen. Nieuwe kleren worden tevoorschijn getrokken, luchtjes opgedaan, een bloem achter het oor. Koude kratten Hinano worden in de auto’s gezet. En er wordt er (natuurlijk) direct muziek gemaakt. In het volgende huis speelt een bandje, en wanneer het tijd is om daar weg te gaan, gaan we, al muziekmakend en bierdrinkend in de auto, vrolijk verder naar het volgende huis.

Zo ziet een pas er uit: veilig in vlak azuurblauw water ankeren we achter een motu naast de pas aan de oostzijde van Taha’a. Deze pas is kort, smal en er ontbreekt een boei die de ondiepte aangeeft. Goed opletten dus!

De pas van Taha’a; onze vrienden Patrick & Alyssa van Althea zeilen ‘m er in. Met Althea -je noemt mensen bij hun bootnaam immers- trekken we een maand of twee samen op.

Althea roeit naar Tiago toe voor het avondeten. Althea heeft een zeilroeidinghy. Iets waar wij een beetje jaloers op zijn soms. Zeker nu onze opblaasdinghy ernstig begint te lekken.

Aan het werk op kantoor, the floating office, the floffice. Volgens sommigen de boffice. Ik vind het allemaal prima zolang ik maar in de wind en uit de zon zit. We rantsoeneren 30GB data per maand, want we hebben alleen kostbaar mobiel 4G internet. Bijna nergens is wifi omdat alle hotels dicht zijn i.v.m. Corona. Een hele uitdaging, maar we redden het bijna iedere maand.

Een van onze favoriete ankerplekjes in de societies: Coral Gardens Taha’a. Ondergaande zon, uitzicht op Bora Bora, prachtig snorkelen, vrienden… Oh, en gratis onbeperkt wifi van het hotel wat zo lief was om de wifi wél aan te laten staan.

Tja, haaien dus. Altijd patrouilleren er wel zwartpuntrifhaaien in de buurt. Ze zien er allemaal hetzelfde uit, dus dopen we elke haai Barry the Blacktip en doen alsof deze ene haai ons al een half jaar vergezelt. Barry wordt een beetje een fenomeen op elke ankerplaats. Deze haaien zijn schichtig, zelden groter dan 1,5 meter en ruimen vooral het rif op. Lieve haaien dus, waar we alleen na zonsondergang bang voor zijn.

Perfect momentje: asado (Argentijns voor bbq) met crews van drie andere boten. Samen eten wordt soms potluck genoemd. Da’s Engels voor eten wat de pot schaft. Iedereen brengt wat mee en deelt. In de carieb stonden er soms zeven soorten couscous salade bij potlucks, want luie zeilers. De consensus is dat Couscous salade meebrengen een doodzonde is. Een gewoonte die je afleert ruim voor je het Panamakanaal doorgaat. Niet dus. We zijn allemaal al zo lang onderweg en tóch presteert iemand het om een @#$% couscous salade mee te nemen nondeju. Taha’a – Coral Gardens

Next level perfectie! Patrick van Althea klimt in een kokospalm, is in de weer met zijn machete, tovert een fles rum en parasolletjes tevoorschijn en zo hebben we het stereotyp perfect gevangen. Coral Gardens – Taha’a

Nog even op de foto met Patrick z’n creatie. Hierna ging het snel bergafwaarts. Allebei zonder slippers naar huis geroeid. Coral Gardens Taha’a

Marshmallows!!! Kitty en Alyssa laten zien hoe het moet. Niet geposeerd, gewoon zoals het moment was. Coral Gardens – Taha’a

De boog kan niet altijd gespannen staan. Coral Gardens Taha’a

Patrick en Laurens met een voor de derde keer aangevulde kohokosnoot. Categorie ‘gelukkig hebben we de foto’s nog’ Coral Gardens – Taha’a

Vers ananassapje op Taha’a.

Van Taha’a hoppen we met Althea naar buureiland Ra’iatea. De twee eilanden liggen binnen hetzelfde rif.

Onderweg naar Taputapuatea; de belangrijkste marae van Polynesie.

De oorspronkelijke naam van Ra’iatea is Havai’i; thuisland van de Polynesiers. Ra’aiatea en de Taputapuatea Mareo vormen het middelpunt van Polynesie, dat reikt tot Paaseiland, Hawai en Nieuw-Zeeland

Taputapuatea marea. Er is weinig meer over van de eens zo belangrijke religieuze plaats.

De uitgebreide uitleg van wat een marea is en wat het betekent in de Polynesische cultuur.

We liggen in de baai van de honderd (duizend?) watervallen. Drie keer raden wanneer de watervallen van de helling naar beneden komen storten? Juist. En wat zie je dan niet door die regen? Juist.

Testrondje in Althea later, de zeildinghy van Patrick en Alyssa. Onze volgende (nooit lekkende) dinghy?

We wandelen naar een van de vele watervallen op het eiland. Klauteren met uiteindelijk een verfrissende douche onder de waterval als beloning.

De beloning na een lange wandeling.

Waterval 2. Verhalen uitwisselen met een bewoner van Ra’iatea.

De mast in om vallen en verstaging te checken op slijtage.

En om een nog beter uitzicht te hebben over de ankerplaats.

In het atol waarbinnen Taha’a en Ra’iatea liggen wordt door de lokale bevolking veel gevist. Onderweg naar Huahine gooien we ook weer eens een keer een hengeltje uit. We vangen binnen 5 minuten twee jacks.

We delen de vis met de lieve mensen van dit drijvende huisje in de Bourayne baai op Huahine. Huahine is maandenlang onze thuis- en uitvalsbasis met af en toe een uitstapje naar Taha’a.

Huahine bestaat uit twee eilanden. Huahine Nui (Nui betekent groot) en Huahine Iti (Iti is klein). De brug die de twee eilanden verbind is vooral leuk om vanaf te springen..

Lokale visser op Huahine

Ha’apu baai op Huahine

Vanuit Ha’apu baai maken we een wandeling.

Joy arriveert net voor Kerst op Huahine. De vlaggetjes kunnen uit!

Tijd voor een spelletje Kubb op het strand van Hana Iti. Of wat wij ‘bij Siki’ zijn gaan noemen. Siki beheert deze plek. Om te voorkomen dat er drank / drugs of wat niet meer wordt gebruikt of verkocht. En om het strand netjes aan te vegen. Om gezellige praatjes met je te maken (of je naar de andere kant van het strand te sturen als je geen goede ‘mana’ hebt). Om er (samen met toeristen) kettingen, armbanden en broches te maken van zaden en schelpen. En om er talloze keren kokosbrood, manjok en broodvrucht met ons te bereiden op een vuurtje.

Zonsondergang ‘bij Siki’ op Huahine

Met Arianne en Michiel een stukkie wandelen op Huahine

Kerst vieren we met Arianne en Michiel op Huahine.

Op een scootertje verkennen we twee dagen Huahine.

Vissenvallen op Huahine

Huahine

Huahine

Op zondagochtend stoppen we bij een kerkje. Op een bankje onder een grote boom liggen we te luisteren naar het prachtige gezang. De mensen in hun zondagse kledij. Pas als de kerk helemaal leeg is en de laatste bezoekers wandelen naar huis, stappen wij weer op ons scootertje.

Bij Siki op het strand. We worden aan het werk gezet om kokos te raspen voor zelfgebakken kokosbroodjes. Ingredienten: bloem, bakpoeder, kokoswater en kokosmelk. Het kokosbroodjes bakken bij Siki doen we de maanden erna nog heel veel vaker.

Het deeg voor de kokosbroodjes verpakken we in hartvormige bladeren. Ter bescherming. Als de bladeren donker gekleurd zijn, zijn de broodjes klaar.

Kokosbroodjes. Yum!

Deze heremietkreeft vond de schelpen waar zijn soortgenoten in wonen te donker denk ik.

Samen met de familie Hall van de Katryn del Fuego bij Siki.

Mister mana. De legendarische Siki. Masterchef en masterhost.

Zie je die kokosnoot daarboven? Het is dus de bedoeling dat ik de speer daar in gooi.

Na een paar dagen schaven aan mijn speerwerp-techniek (lees: gewoon lukraak blijven proberen) lukt het me om de speer in de kokosnoot te krijgen. De prijs: een oorverdovend applaus en een armband van Siki.

Boodschappen doen in het hoofddorp van Huahine; Fare. Fare betekent huis of thuis.

Langs de hoofdweg wordt vis, groente en fruit verkocht.

Marktkoopmannen zoals in Nederland, die luidkeels hun waar aanprijzen, vind je hier niet. Niet nodig. Je koopt of je koopt niet.

Huahine betekent ‘zwangere vrouw’. Dit plaatje laat zien waarom het eiland zo heet; linkerberg is de buik, midden de borsten, rechts het hoofd. De legende van Huahine is inspiratie geweest voor Te Fiti in de Disneyfilm Vaiana / Moana.

Tetje is jarig en dat wordt gevierd. Feestje op het strand van Fare in Huahine

Met Esteban, Alyssa (en Patrick , niet op foto) en Tetje (hier en daar apestoned) trekken we een aantal weken op.

Mannenpraat bij de bbq. Laurens is in zn element. Patrick, Esteban en Laurens zijn net een stel pubers samen.

Zondagen in Fare. De dame op de achtergrond geeft een geborgen gevoel.

Al een paar dagen gonst het op de ankerplaats. Er komt goede swell vanuit Hawaii aanrollen! We liggen eerste rang om de surfers in actie te zien.

Huahine

Huahine

Ook de mannen in hun fa’a’s peddelen er op uit.

En toen was het pasen en bedacht Kitty dat het een goed idee was om naar de kerk te gaan (want mooie liedjes hier in FP). Per ongeluk terecht gekomen bij de Paaswake. Had een lange zit kunnen worden… Het was anders dan verwacht (of gehoopt), maar heel mooi om te ervaren. Hoe je totaal niet op je plek bent en toch heel erg welkom.

De Taporo. Hier een van de vele bevoorradingsschepen. In Gambier kwam dit bevoorradingsschip eens per maand of vijf weken langs. Mensen stonden in de rij voor druiven of een stuk kaas.

Huahine is naast Maupiti het enige eiland waar geen ferry naar toe vaart vanaf de andere eilanden. Tot vandaag. Onder luid tromgeroffel wordt de eerste ferry verwelkomd. Voor de bewoners van Huahine betekent dit dat zorgvoorzieningen, familieleden en werkgelegenheid die zich op de grotere eilanden bevinden ineens een stuk bereikbaarder worden. De toeristenindustrie op Huahine zal ook in rap tempo opschalen verwacht ik.

In Fare bevindt zich het beste terrasje van Frans-Polynesie. Terrasjes zijn hier sowieso een rariteit. Zeker met vriendelijke bediening die actief verkoopt (zo fijn!), aan het water, en met elke dag happy hour.

Mooie zonsondergang nummero niet meer te tellen.

Dominique (ofwel Domè) verkoopt poisson cru en sashimi. Voor weinig. En met een grote glimlach.

Onze standaard-bestelling. We moeten er vroeg bij zijn, want zijn populariteit groeit bij de zeilers. En meer klanten betekent voor Domè niet meer verkopen. Nee, het betekent eerder naar huis kunnen. Fijn principe.

Een week voor we Frans-Polynesie verlaten, komen Andreas en Cecilla van Hakuna naar Huahine om gedag te zeggen. We hebben ze 10 maanden niet gezien. We geven ze graag een rondleiding over het eiland waar wij dan inmiddels al een maand of vijf ’thuis’ zijn.

Sushi bouwen met Andreas en Cecilla.

De laatste dagen op Huahine brengen we bij Siki door. Op het strand wonen ook twee wilde varkens. Ze volgen je overal. En hebben grote slagtanden.

Zelf maar eens proberen hoe moeilijk het is om in een Va’a te varen. Ik kieper 2 keer om.

Manjok raspen om mierzoete, plakkerige, en goddelijk lekkere stoompakketjes van te maken.

We kunnen maar moeilijk afscheid nemen van Siki. We blijven maar kletsen en cadeaus uitwisselen. De dag van vertrek komt hij later dan normaal aangepeddeld. Hij heeft nóg een cadeautje voor Kitty. Tranen en knuffels volgen.

We zijn het weer al een paar weken in de gaten aan het houden om een goed moment uit te kiezen om naar Nieuw-Zeeland te vertrekken. Of toch in ieder geval een beetje gevoel te krijgen bij de weersystemen. De oversteek duurt ongeveer 3 weken. Te ver om binnen een te verwachten goed weervenster te kunnen zeilen. De ‘beproefde tactiek’ om zo min mogelijk shit te krijgen is om eerst westwaarts te varen en dan zuid te steken. Het ziet er lang niet goed uit. De depressies blijven elkaar in rap tempo opvolgen.
Uiteindelijk prikken we (in overleg met weerguru Bob) een datum. Achteraf een perfecte timing: we kunnen, met goede wind, in een vrijwel directe lijn naar NZ zeilen.

Laurens fabriekt nog wat ‘noodattributen’ voor de gevalletjes ‘stel nou dat’. In dit geval een oplossing voor de ‘stel nou dat de bimini-constructie waarop onze zonnepanelen liggen te maken krijgt met een gevalletje metaalmoeheid en in een storm besluit door te knappen en we daardoor geen stroom meer hebben (minste zorg) , maar bovendien een nogal lomp stuk ijzer en platen langs komt zwiepen (groter probleem)’?

De gastenvlag van Frans-Polynesië kan naar beneden. Of wat daar van over is.

Dag zon, dag Huahine, dag Frans-Polynesië.
Ondanks een heerlijke zeilreis rondom de Griekse eilanden hebben jullie toch echt mijn ogen uitgestoken 😂 Prachtige foto’s! Vet jaloers ennne 63 knopen wooooow.
Pràchtig!
Verschrikkelijk prachtig!
De foto’s zijn méér dan prachtig!
Wat hebben jullie toch een pràchtige reis!
Zó dicht op de natuur, zó gemoedelijk met de bevolking, zó genietend van wat deze eilanden jullie te bieden hadden.
En zó inventief in álles wat jullie meemaken en doen (visje vangen, diepvriesje regelen.. scootertje huren.. en nog véél meer!).
En zó bedreven in het zeilen over oceanen, door atollen en passen.
Ik ben apetrots op jullie!
Het ‘opsommende’ verhaal heb ik verslonden. Hoe informatief en hoe leuk!
Ga zo door!
Heel veel liefs en dikke knuffels!
Het is net of je een boek leest met de bijpassende plaatjes
Prachtig
Ik vrees dat jullie nooit meer in Nederland kunnen wennen ( als jullie dat al van plan waren)
Ben blij en dankbaar dat ik al de avonturen zo mag mee beleven.
Foto’s zeggen meer dan duizend woorden maar jullie schrijven ook heerlijke verhalen.
Maar bespeur nu toch geen verzadiging? Gewoon doorgaan zo en wat jullie allemaal meemaken en zien kan nooit meer afgenomen worden. Super ervaringen in het leven.
Stay exploring
Wat een indrukwekkende set ervaringen moeten dat zijn geweest als ik die foto’s zo zie…! En de weetjes geven ook een verhelderend inkijkje in jullie bootleven…! Blijven genieten…!