Feest in de Carieb

Van heinde en verre zijn mensen gekomen voor dit optreden. Waarom weet ik niet precies, maar het is zo. Wat ongemakkelijk sta ik in de bloedhitte voor het podium van de plaatselijke discotheek. Ongemakkelijk, want heb het warm en ik heb werkelijk geen idee hoe ik mijn lijf moet bewegen op deze muziek. Schudden? Springen? Ik hop wat op en neer. Hmm, dit werkt niet echt lekker. Als ik om me heen kijk, zie ik dat ik niet de enige ben die zich eigenlijk geen raad weet. Meezingen dan maar: “follow the leader, leader, leader, follow the leader”. Het obligate springen en zwaaien lukt net. Ik ben 16 en The Soca Boys veroveren de wereld. Help!

20 jaar later. Kingstown, Saint Vincent. De soca dreunt door de straten uit het formaat boxen waar menig discotheek jaloers op zou zijn. Het is carnaval. Overal om me heen prachtige, ronde dames die zich príma raad weten met hun lijf. Duizenden borsten en billen verhuld (of onthuld) in minuscule glitterpakjes. De wulpse rondingen schuddendraaien er lustig op los. Ritmisch. Sensueel. Het ziet er zo makkelijk en soepel uit. Worden vrouwen hier geboren met een paar extra gewrichten? En hoe kan het dat zelfs de grootste kont niet echt drilt? Ik verwonder me en geniet. Stilstaand. Omdat ik onderhand wel weet dat mijn heupen van Europees hardhout zijn, waag ik me beter niet aan billenschudderij. Ik dans vandaag enkel in mijn hoofd, dat scheelt een hoop ongemak. En die socabeats, die geven het geheel extra – nou ja, sfeer. Soca hoort hier, in de Carieb. Wát een feest!

Dat Laurens deze dag jarig is – en 40 wordt! – maakt het extra feestelijk. Omdat we hem niet vaak genoeg kunnen herinneren aan dit heuglijke feit, is dit niet de eerste keer dat we het vieren. Een maand daarvoor werd het ‘verrassingsfeestjeplan’ al in gang gezet. Ja, je leest het goed, voor een verrassingsfeestje is hier een heus plan nodig. Want zo simpel als het in Nederland is om wat vrienden op te trommelen, taart te eten en te barbecuen, zo simpel is het hier dus niet. Ik ben namelijk nooit alleen en dat verhoogt de moeilijkheidsgraad van dingen-onopgemerkt-doen aanzienlijk. De momenten die ik voor mezelf heb – als Laurens op de wc zit – zijn nét te kort om boodschappen te doen, een taart te bakken, salades te maken, vlees te marineren, een feestmuts te maken en slingers op te hangen. Het plan omvat dus wat coördinatie en een hoop leugentjes-om-Laurens’-bestwil. Gelukkig doen een aantal boten gezellig mee met mijn gelieg (de bemanning dus, niet de boten zelf), dus dat scheelt. De niet-bestaande reisplanning wordt op slinkse wijze aangepast om zo vijf boten tegelijkertijd op dezelfde plek te krijgen en het lukt me om kilo’s vlees, liters bier en taarten onopgemerkt in ons kleine koelkastje te laten verdwijnen. Hans Kazan is er niks bij. Op de verrassingsfeestjedag zelf worden er nog wat meer leugens aan elkaar geknoopt om Laurens weg en ook weer op tijd terug te lokken voor het taartmoment en arriveert de laatste verrassingsboot om de barbecue nog mee te pikken. Uiteindelijk duurt het feestje, door een kleine aanpassing in het toch al niet zo vormvaste plan, zowaar twee dagen. Het leven begint blijkbaar echt bij 40; het kan niet op.

Met de feestvreugde kan het hier sowieso niet op hoor. Het is hier namelijk elk weekend feest. Tenminste, dat vindt de plaatselijke bevolking denk ik. Voor ons is het eigenlijk weer feest als het maandag is, want het weekend gaat hier standaard gepaard met feestmuziek, bestaande uit ‘harde herrie’. En dat zeg ik niet omdat ik oud word ofzo; ik ben nog lang geen veertig. Maar goed, na het kerkgezang op zondagochtend (soms heel mooi, soms tenenkrommend vals, maar daar krijg ik nog wel een lekker vredig zondaggevoel van), worden de mega-geluidsboxen in stelling gebracht en de auto’s met boomboxen opgelijnd. Onverstaanbare rap op links, snoeiharde soca op rechts, en als we echt pech hebben mengen ze er ook nog een beetje Celine Dion doorheen (waarom?!). Daar gaat mijn zo geliefde zondagsrust. Er is echter een prima oplossing voor dit niet zo rustgevende, zinloze, auditieve, Caribische geweld; mijn kop in het water steken. Genieten van het kleurrijke koraal en de duizenden visjes. Hmmm, fijn; alleen mijn ademhaling, het zachtjes klotsen van het water en het geluid van de gele trompetvis. Toch nog feest.